Illustratie door Job van der Molen
Gezond, gemakkelijk, goed voor de aarde. Dat zijn de belangrijkste trends in onze voeding. Al jaren eigenlijk, met steeds andere accenten en op verschillende manieren gecombineerd. Die trends verschuiven de laatste tijd steeds meer richting het laatste argument, in allerlei varianten.
Wat je van ver haalt, is lekker, zo luidt het gezegde. Dat is niet meer van deze tijd. Producten uit de buurt zijn al jaren in opkomst. Niet alleen omdat dat beter is voor lokale boerenbedrijven en middenstand, óók omdat de smaak goed is. De verscheidenheid aan lekkernijen van eigen bodem neemt snel toe, net als de markt van geïnteresseerde consumenten. Voorbeelden? Vlees van runderen van het Drents Landschap bij BoerenBeef in Nieuw-Balinge, ijs van eigen melk van boerderij Tsiis & Sa in Hilaard, broodmeel van Mulder Pot in Kropswolde. En zo zijn er nog honderden adressen. Lekker en duurzaam.
Een directe aansluiting op het eerste punt, de overtrappende trap zelfs, is het zelf telen van voedsel. Dat kan op het aloude volkstuintje, waarvoor de interesse groot is. Tijdens de lockdown (her)vond menig noorderling de weg naar de volkstuincomplexen. Nog populairder is het omspitten van een deel van het gazon tot moestuin, of het plaatsen van een moestuinbak op het balkon. De spullen daarvoor zijn niet aan te slepen in tuincentra en bouwmarkten. De keuze gaat verder dan rabarber en sla. Aardappelen, erwten, aubergines en nog een hele trits gewassen worden in de tuin verbouwd. En met smaak gegeten. Lekker, gezond en duurzaam.
Voedselbossen horen hier ook bij. In Noord-Nederland zijn er meer dan veertig te vinden inmiddels. Allemaal gezamenlijk aangelegde bossen en struwelen die heel veel fruit genereren. Gegarandeerd onbespoten. Een relatief nieuwe manier van het zelf verbouwen van voedsel is de trend om gezamenlijk landbouwgrond op te kopen en te verbouwen. De coöperatie Land van Ons is het bekendste voorbeeld. De leden beheren vrijwillig akkers en weidegronden in onder meer Triemen, Onnen, Hooghalen en Hezenes. En ze eten er ook zelf van natuurlijk. Meer biodiversiteit, meer gevoel met de productie van voedsel. Lekker, gezond en duurzaam.
Stoppen met vlees eten is een goed idee in de strijd tegen de bio-industrie. Als middel om het klimaat te redden en de wereldbevolking te voeden, kan het ook zoden aan de dijk zetten. Voor 1 kilo vlees is ongeveer 5 kilo plantaardig voedsel nodig, land en water. Vleesproductie is goed voor ongeveer 15 procent van de door mensen veroorzaakte CO2-uitstoot in de wereld, schat de Wereldvoedselorganisatie. Logisch dus dat op menig menu minder vlees staat. Thuis, maar ook in de horeca neemt het aandeel vega toe. Restaurant Bla Bla in Groningen serveert al sinds 2009 louter vegetarisch, in bijna alle traditionele tenten rukt vega op de menukaart op. Duurzaam.
Veel mensen zijn gek op (dierlijke) eiwitten. Om een beetje tegemoet te komen aan smaak, structuur en uiterlijk van vlees, is het aantal vervangende producten in opmars. De schappen in de supers worden steeds groter. Noord-Nederland neemt een aardig belangrijke plek in de ontwikkeling ervan in. ME-AT, een startup onder moederbedrijf Vion, maakt grote hoeveelheden ‘plantaardig vlees’ in Leeuwarden. Avebe experimenteert in Groningen met aardappeleiwitten als grondstof voor vleesvervangers. Het open test- en innovatieprogramma Fascinating onderzoekt nieuwe manieren om voeding van plantaardige eiwitten te maken. Gezond en duurzaam.
De coronapandemie heeft meer nadruk gelegd op gezondheid. Immers: mensen met een gezonder voedingspatroon bleken beter bestand tegen het virus. Nu is gezondheid zelf natuurlijk geen trend, maar de nadruk die erop ligt, is dat wel. En het is er niet een van voorbijgaande aard. In de winkels schreeuwen de verpakkingen om het hardst welk product het gezondst is. De gewenste verlaging van de btw op groente en fruit is er een uiting van, net als een eventuele suiker- of vettaks. Consumenten verruilen de klassieke pakjes en zakjes massaal voor verspakketten. Steeds meer restaurants afficheren zich als ‘gezond’, of baseren er zelfs hun bestaansrecht op, zoals Feel Good in Groningen en herberg Het Volle Leven in Appelscha. Lekker en gezond.
Snel en simpel een maaltijd op tafel is wat we allemaal willen na een dag hard werken. Dat is al heel lang zo, alleen verandert de vorm en inhoud van de gemaksproducten snel. De antieke zakjes met poeders bestaan nog, maar het aanbod slinkt zienderogen. Kartonnen doosjes vol verse groenten zijn ervoor in de plaats gekomen. Bijna alle groenten (en ook steeds meer fruit) zijn in gesneden vorm verkrijgbaar. Helaas wel in plastic zakjes meestal. Gemak is een essentiële voorwaarde in het streven om mensen gezond en klimaatvriendelijk te laten kiezen. Veel mensen willen best duurzaam doen, maar dan moet het niet te moeilijk zijn. Wel lekker en gezond.