Tekst door Willy Schouwstra – Foto’s door Marcel Jurian de Jong
Is duurzaamheid een trend? Hoogleraar duurzaam ondernemen in een circulaire economie prof. dr. Gjalt de Jong (53) ziet dat anders: het is een vereiste om als mensheid te overleven. Het goede nieuws: dat valt te leren. ,,Bedrijven kunnen prima veranderen in hun doen en denken, zolang ze bereid zijn risico te nemen.” Portret van een gedreven vernieuwer.
Gjalt de Jong, geboren Fries en werkzaam bij de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), groeide op in een tijd waarin welvaart vooral in geld werd uitgedrukt. ,,Bij ons thuis was het mantra: zorg dat je diploma’s haalt, dan krijg je het later beter. Dus ik ging leren.”
Hij had interesse in economie en een passie voor onderwijzen, waardoor de keus niet moeilijk was. Hard werken moest hij wel; zijn traject begon op de mavo en eindigde op de universiteit, waar hij bedrijfskunde en economie studeerde en promoveerde.
Aan de keukentafel in zijn ouderlijk huis in Oentsjerk werd veel gepraat over hoe mensen het beter konden krijgen. Zijn vader was in de jaren 70 als medewerker van de Praktijkschool voor de Veehouderij en het Weidebedrijf in Oentsjerk begaan met de ontwikkelingseconomie en voedselproductie voor arme landen. Geregeld schoven er gasten uit andere culturen aan. Zoon Gjalt werd gegrepen door andere denkbeelden. ,,Er bleken dus mensen te zijn die bezield de wereld willen verbeteren.”
Dat hij na zijn studie aanvankelijk voor grote advieskantoren werkte maakte hem niet gelukkig. ,,Bij veel bedrijven ging het uitsluitend om het grote geld. Kinderarbeid? Milieuvervuiling? Het verdwijnen van de biodiversiteit? Geen probleem, zolang het geld maar binnenkomt. Goed doen, sociaalmaatschappelijk ondernemen – het was er niet.”
Hij keerde terug naar de RUG, kreeg een burn-out en ging nadenken. ,,Ik was mijn normen en waarden kwijt. Altruïsme, goed doen, dat past bij mij. En radicale vernieuwingen, daarvan beginnen mijn hersenen pas echt te ronken.” De overheersende cultuur in de wetenschap, waar alles draait om het tellen van publicaties, paste hem niet zo. ,,Van iedereen wordt verwacht dat ze bij Barcelona voetballen. Maar er zijn maar elf plekken voor zo’n 20.000 mensen.”
Economische groei was decennialang het uitgangspunt van het overheidsbeleid, wetenschappelijk onderzoek en vrijwel alle opleidingen. Dat bracht ons ook veel goeds, benadrukt De Jong. Materiële welvaart, de financiële middelen voor gezondheidszorg en sociale vangnetten.
,,Mijn eerste leermeester, Angus Maddison, wijdde zijn leven aan het meten en verklaren van die groei. Zelf sta ik inmiddels lijnrecht tegenover de academische cultuur van kwantitatief onderzoek naar economische groei, vaak verricht vanachter het bureau. Wat ik wil? Zorgen dat we de maatschappij redden.”
En toen was daar die borrel, op een vrijdagmiddag. De Jong was moe, besloot toch te gaan en ontmoette Jouke de Vries, die opdracht had de Campus Fryslân in Leeuwarden op te zetten. ,,Hij zei tegen me: ik heb nog een econoom nodig. Ik antwoordde: ‘Ik ben een duurzaam econoom.’ Waarop hij zei: dan zetten we er ook nog ‘circulaire economie’ achter.”
De Jong, geestdriftig: ,,Ik viel van mijn stoel. Wat hij zocht, was precies wat ik wilde: radicale verandering. Het begrip ‘circulaire economie’ was nog nieuw voor mij.” De Vries was de eerste die De Jong rechtstreeks vroeg: ‘Wat heb je nodig?’ ,,Mijn antwoord: ‘Tijd. Geef me een half jaar om een hele nieuwe opleiding uit te denken in Friesland’.”
De Campus Fryslân heeft als een van de elf faculteiten van de RUG inmiddels vier jaargangen studenten afgeleverd die hun kansen steeds meer zien groeien om als duurzaamheidsprofessional een baan te vinden. Je kunt in Leeuwarden allerlei opleidingen op het gebied van duurzaamheid volgen. De Jong: ,,Zie het maar als een soort IKEA, een gevarieerd aanbod.”
Sinds hij als directeur van het centrum duurzaam ondernemerschap is verbonden aan de Campus richt De Jong zich op ondernemers die hun bestaansrecht ontlenen aan het oplossen van ecologische- of duurzaamheidsproblemen en daarmee hun geld verdienen. Dat gaat nog niet altijd zonder slag of stoot.
,,Het vergt radicale vernieuwing, een universitaire revolutie. Als je maatschappelijke impact wilt hebben, dan moet je uit de ivoren wetenschappelijke toren komen om samen met bedrijven, organisaties en de overheid naar oplossingen te zoeken. Het vraagt geduld, tijd en energie. Dat kan alleen op basis van een sterke intrinsieke motivatie voor een betere wereld.”
Die motivatie is zijn grote drijfveer. ,,Ik ben ervan overtuigd dat de maatschappij maakbaar is. In Friesland trof ik soulmates van vroeger, de Friese cultuur van mienskip . Nu komen economen en bedrijfskundigen uit de hele wereld naar Fryslân om te leren hoe je succesvol een duurzame ondernemer kunt worden.”
Zijn ‘terugkeer’ naar het Friese – op werkgebied dan, want De Jong woont in Norg – resulteerde bovendien in het ontstaan van de Vereniging Circulair Friesland. De club ondernemers heeft als missie om van de provincie de meest circulaire regio in 2025 maken en een voorbeeld te zijn voor de volgende generatie.
Zo’n 120 deelnemers kent het netwerk, zielsverwanten van de hoogleraar. ,,Mensen die net als ik systemisch denken en de urgentie onderkennen. Een beetje duurzaamheid is niet genoeg, je moet grote stappen zetten. En ja, dat kost ook geld, en er speelt een ethisch perspectief mee.”
Neem de transitie van de landbouw, een belangrijke bedrijfstak in Friesland. ,,In mijn jeugd in de jaren 70 kon zelfs ík een kievitsei vinden”, zegt de professor met een grijns. ,,Je struikelde er zowat over. En nu? We hebben bijna geen vogeltjes meer in de wei. Dat gaat me echt aan het hart.”
Hij neemt de boeren niets kwalijk, hij wijt het aan het systeem. ,,Als je op het kabinet wacht kun je nog lang blijven wachten. We pakken niet genoeg door als het aankomt op radicale vernieuwing. Natuur-inclusieve landbouw, waarbij duurzaam gezond voedsel op een gezonde manier wordt geproduceerd, dat kan. En ik ben graag regisseur bij dat stappenplan.”
Natuurlijk, beaamt hij, zijn er grenzen aan het verbeteren van de wereld. ,,Sommige cowboys zijn niet gevoelig voor inspiratie maar alleen voor strenge wet- en regelgeving. Toch geloof ik heilig dat alles begint met een goed voorbeeld. We laten boeren nu zweven. Zeggen dat er iets moet veranderen is één, maar je moet óók de pijn en het verdriet daarvan onderkennen. Stel dat je als je het familiebedrijf hebt overgenomen waarin je vader dingen zijn leven lang op een bepaalde manier heeft gedaan. Het doet best pijn als jij dan alles omgooit.”
Met subsidie en intensieve begeleiding kan een boerenbedrijf in zo’n zes jaar overstappen op wat De Jong omschrijft als een ‘natuurlijke, inclusieve vorm van voedselteelt’. Een manier waarbij het niet alleen om een nog hogere opbrengst gaat, maar waar belangrijke afwegingen gelden als het gebruik van gif, de uitstoot van stikstof, het dierenwelzijn en het in stand houden van de biodiversiteit. ,,Er bestaan zelfs volledig veganistische boerenbedrijven.”
De natuur-inclusieve landbouw is de toekomst, wil hij maar zeggen. ,,Er gaat geen boer failliet, dat is een ongegronde angst. Wel liggen er kansen en mogelijkheden, zeker nu we een fantastische minister van Landbouw hebben (Henk Staghouwer, red.). En laat hij nu net uit het Noorden komen.”
De urgentie keert voortdurend terug in het verhaal van De Jong. In de nabije toekomst zal dat duidelijk worden, betoogt hij. ,,Europa verliest het geduld. De trukendoos van onze overheid raakt leeg om op creatieve wijze de cijfers over stikstof weg te stoppen. Je houdt de vernieuwing gewoon niet tegen. Vrij vertaald: alles wijst in de richting van een ‘big bang’.”
Zelf blijft hij zich vernieuwen. ,,Ik heb veel vertrouwen in de nieuwe generatie die het moet doen. De wereldordes gaan verschuiven. Ik ben dankbaar dat ik vanuit mijn universitaire positie daaraan nog veel kan bijdragen.”
Betekenisvol vernieuwen voor een betere wereld, dat is wat hoogleraar Gjalt de Jong wil – en daarin staat hij niet alleen. De regie voor een radicale vernieuwing van de landbouw krijgt sinds een halfjaar vorm in een noordelijk samenwerkingsverband onder de naam Universiteit van het Noorden (UvhN). Daarin hebben de Rijksuniversiteit Groningen, Hanzehogeschool Groningen, Hogeschool Van Hall Larenstein, NHL Stenden Hogeschool en het Universitair Medisch Centrum Groningen hun krachten gebundeld.
De animositeit van weleer tussen de verschillende onderwijsinstellingen is definitief verleden tijd; samenwerken om de grote problemen van deze tijd aan te pakken is het devies. Samen met andere partijen – bedrijven, maatschappelijke organisaties, overheden, boeren en andere kennisinstellingen – wil de UvhN ‘doorpakken op weg naar brede welvaart en een circulaire economie’.
Onlangs kwam het inspiratieboek van het samenwerkingsverband online. Daarin zetten boeren, beleidsmakers en docenten hun visie op en ervaring met natuur-inclusieve landbouw uiteen. Het boek is te lezen via de link: https://uvhn.maglr.com/inspiratieboek.