Foto: Provincie Groningen
Treinen zonder machinist, zelfrijdende auto’s en schipperloze schepen: autonoom vervoer klinkt misschien als een ver-van-je-bedshow, maar het is dichterbij dan je denkt. Op de weg, op het spoor, in de lucht en op het water wordt er in het Noorden volop geëxperimenteerd met zelfrijdende en zelfsturende voertuigen.
Het begon in Appelscha in 2016: een kleine zelfrijdende elektrische shuttlebus, zonder stuur en zonder gas- of rempedaal, bracht passagiers van het Buitencentrum van Staatsbos- beheer naar de Appelschaster dorpskern. Na de pilot met de shuttlebus volgden meer proeven in Noord-Nederland. Op het spoor, op de weg, op het water, in de lucht en straks ook per buis (hyperloop).
,,Daarmee is Noord-Nederland uniek, de enige regio in Europa waar projecten met autonoom vervoer in alle modaliteiten lopen’’, zegt Daniël Koelikamp, programmaleider Slimme en Groene Mobiliteit bij de provincie Groningen.
Wat maakt het Noorden de uitgelezen regio om te experimenteren met autonome voertuigen? ,,In Noord-Nederland zijn er aan de ene kant grote landelijke gebieden met kleine dorpen waar mensen ver uit elkaar wonen. De bereikbaarheid staat daar onder druk en het is moeilijk om het openbaar vervoer daar goed te regelen. In deze regio rijden bijvoorbeeld veel belbussen. Die maken een hoop kilometers, worden weinig gebruikt en zijn daarmee niet efficiënt. Het tekort aan buschauffeurs maakt het lastig om deze manier van vervoer in stand te houden. Bovendien verwachten ov-partijen een vergrijzingsgolf waar ze niet tegenop kunnen werven. Een van de oplossingen voor deze problemen is, naar ons idee, het gebruik van autonome shuttles.”
„Stel je voor dat je op een app kunt aangeven waar je opgehaald en afgezet wil worden. Een manier van mobiliteit aanbieden die efficiënter en ‘vraaggestuurder’ is dan de huidige situatie en die beter past bij de flexibele vraag op het platteland. Aan de andere kant hebben we een grote, jonge en innovatieve stad, waar juist een grote vraag is naar extra vervoer en steeds minder ruimte voor parkeren en uitbreiding van de infrastructuur. Daarvoor kunnen autonome treinen bijvoorbeeld goed voor meer capaciteit zorgen in de spits zonder grote infrastructurele investeringen. Zo zijn we qua diverse problematiek en de innovatieve oplossingen daarvoor een mooi voorbeeld voor heel Nederland en daarbuiten.’’
Koelikamp is in Groningen bij meerdere proeven met zelfrijdend wegvervoer betrokken. In Scheemda werd bijvoorbeeld een test gehouden met een autonome shuttlebus tussen de hoofdingang van het Ommelander Ziekenhuis en de dichtstbijzijnde bushalte. Bij soortgelijke proeven gaat het om busjes die met een maximale snelheid van zo’n 20 kilometer per uur een korte route afleggen. Dat kan en moet sneller om het in rurale gebieden een interessant en efficiënt vervoersmiddel te maken. Op snelheidsgebied is al vooruitgang geboekt. Bij een test met een zelfrijdende auto op Groningen Airport Eelde werd in 2020 een snelheid van ruim 70 kilometer per uur behaald.
,,Daarnaast is het de bedoeling dat de autonome voertuigen ook in drukkere gebieden zelf kunnen rijden. Als je nu een autonome shuttle op de Grote Markt zou zetten, dan komt-ie geen meter vooruit door alle fietsers en voetgangers. Daarin moet nog vooruitgang worden geboekt.’’
Ook op het water en in de lucht zijn er plannen voor autonome toepassingen. Zo wordt er in Drachten gekeken naar de komst van een pont zonder schipper op een fiets- en looproute tussen De Wilgen en Opeinde. Vanaf de Eemshaven varen straks wellicht boten zonder bemanning naar windparken op zee om deze te onderhouden. ,,Vervolgens zou je drones kunnen inzetten om ook de staat van de windmolens boven het water in kaart te brengen.’’
Ook voor goederenvervoer zijn drones een aanwinst, vertelt Koelikamp. ,,Drones zouden medicijnen of AED’s kunnen vervoeren. In Zweden werd in december een man met een hartstilstand gered doordat een drone een AED op tijd wist af te leveren. Dit soort toepassingen zou ook kunnen worden ingezet als er met spoed medicijnen of een AED nodig is in onze landelijke gebieden of op de Waddeneilanden.’’ Om kennis en kunde rondom alles wat met drones te maken heeft verder uit te breiden begint Noorderpoort als eerste in Nederland vanaf september met de 4-jarige opleiding tot allround drone-expert.
Het onderzoek naar en de tests met nieuwe, duurzame en slimme transportsystemen wordt deels betaald met geld uit het Nationaal Programma Groningen. Daarvoor is 10 miljoen euro beschikbaar gesteld. De provincie legt daarbij zelf 10 miljoen euro, en vanuit het bedrijfsleven, het Rijk en Europa komt naar verwachting minimaal 30 miljoen euro.
In Groningen komen daarvoor onder meer vijf zogeheten fieldlabs, waar samen met kennisinstellingen en bedrijven meer onderzoek wordt gedaan naar toepassingen en de ontwikkeling van autonome techniek. Dit onderzoek wordt gekoppeld aan opleidingen: in Eelde (voor drones en andere toepassingen voor de luchtvaart), de Eemshaven (voor de scheepvaart), Haren (bij het vernieuwde rangeerterrein De Vork) tot Buitenpost (treinverkeer) en op het Zernike Science Park in Groningen, bij Hive.Mobility dat sinds twee jaar werkt aan nieuwe systemen voor autonoom wegvervoer. Op termijn komt het vijfde fieldlab erbij voor ‘de vijfde modaliteit’: de hyperlooptestbaan bij buitenwijk Meerstad.
Tussen de fieldlabs wordt onderling kennis en ervaring uitgewisseld. Dit gebeurt onder meer op overkoepelende thema’s die voor elke modaliteit van belang zijn, zoals sociale acceptatie, juridische en verzekeringsaspecten, businesscases en 5G-toepassingen (met 5Groningen). Die laatste is in elke modaliteit belangrijk bij het aansturen, programmeren en onderling goed kunnen communiceren tussen autonome voertuigen, met andere verkeersdeelnemers en met een control room.
Dit jaar willen de betrokken partijen met het fieldlab bij Hive.Mobility beginnen met een proefproject in samenwerking met Qbuzz waarbij bussen autonoom door de wasstraat rijden. ,,Dat vindt nu vooral ’s avonds en ’s nachts plaats. Dit gebeurt op een afgesloten terrein waar weinig interactie plaatsvindt. Een ideale plek dus om de autonome techniek te testen.’’
De ontwikkeling van de techniek neemt robotTUNER op zich, een bureau in Wageningen dat binnenkort een vestiging in Groningen opent en zich bezighoudt met kunstmatige intelligentie in de mobiliteit. Die techniek heet shadow driving. ,,Een systeem in de bus registreert de acties van de chauffeur en leert zichzelf aan hoe de chauffeur rijdt. Het systeem ‘schaduwt’ de chauffeur dus.’’ Het gebruiken van autonome techniek op het busdepot en bij de wasstraat zou Qbuzz qua personeel en kosten ontlasten.
De eerste implementatie van autonoom vervoer in het Noorden is waarschijnlijk op het spoor, vertelt Koelikamp. Deze zomer begint een proefproject met het automatisch rangeren van treinen tussen het opstelterrein De Vork in Groningen en het rangeergebied bij Onnen. ProRail, Arriva en NS steken samen met de provincie 2,5 miljoen euro in het project.
,,We willen treinen die geen dienstregeling meer hebben of die nog moeten starten op afstand van en naar het rangeerterrein laten rijden. Dat hele proces wordt nu door machinisten gedaan. Zij staan niet altijd te springen om ’s nachts te werken. Met autonome techniek kan dit rangeren waarschijnlijk veel efficiënter, want je kunt dan meer treinen kwijt op hetzelfde spoor. Dat is ook nodig als je straks meer treinen wilt aanbieden. Daarnaast ontlast je het personeel ook wanneer je het rangeren automatisch en op afstand laat doen.’’
Naast het rangeren van treinen hopen de partners van het project vanaf 2026 ook zelfrijdende personentreinen in de dienstregeling te kunnen aanbieden. De eerste stappen daarvoor zijn al gezet. In 2026 krijgen de spoorlijnen in Groningen en Friesland het moderne Europese spoorbeveiligingssysteem ERTMS (European Rail Traffic Management System). In combinatie met de Automatic Train Operation (ATO) wordt het spoor daarmee onder meer veiliger. ,,Je kunt het zien als een soort cruise control. De machinist start en stopt zelf de trein, maar daarna gaat de automatische piloot aan. Hierdoor kunnen we straks treinen dichter op elkaar laten rijden. Dat betekent ook dat er geen grote infrastructurele ingrepen zoals spoorverdubbelingen nodig zijn en we de reizigers veel meer capaciteit kunnen bieden. Een ander voordeel is dat de deels geprogrammeerde treinen meer energie besparen, omdat je ze efficiënt kunt instellen.’’
Het opzetten van proefprojecten met autonoom vervoer kan soms een lang en lastig proces zijn, vertelt Koelikamp. Elke test gaat gepaard met talloze regels. ,,Als je nu een auto koopt, dan mag-ie gelijk de weg op. Als wij een shuttle op de weg zetten, dan moeten we een ontheffing aanvragen en dan val je in een toelatingskader voor test-ontheffingen. Soms ben je een half jaar verder voordat je de ontheffing binnen hebt. Met innovatieve projecten wil je juist zoveel en zo snel mogelijk testen om verder te komen. We zoeken nu met onder andere het ministerie uit of het proces rondom ontheffingen niet slimmer en gemakkelijker kan.’’
Een ander knelpunt rondom het ontwikkelen van autonome transportsystemen is de hoeveelheid mensen die er verstand van hebben. Die groep is relatief klein namelijk. De eerdergenoemde fieldlabs moeten hier een oplossing voor bieden. ,,We koppelen de fieldlabs aan kennisinstanties en bedrijven. Vervolgens willen we dat opleidingen, stages en leerlijnen daaraan gekoppeld worden. Zo hopen we sneller de juiste mensen bij de juiste banen te krijgen. Innovatie begint klein, langzaam wordt het gemeengoed. Maar dat gebeurt niet vanzelf.’’