We moeten allemaal een steentje bijdragen aan het voortbestaan van onze planeet, ook ondernemers. Voor zover ze dat niet al doen vanwege de financiële voordelen, verplicht de wet Informatieplicht Energiebesparing hen duurzaamheidsmaatregelen te treffen. Hoe zit dat nou?
Bijna geruisloos kregen ondernemers afgelopen zomer nieuwe regels opgelegd. Regels zijn het, die volgens de wetgever nodig zijn om Nederland te kunnen laten meedoen in het wereldwijde streven om klimaat en natuur te beschermen. Bijna geruisloos dus, enerzijds vanwege de erkenning van ondernemers dat ook zij moeten bijdragen. En anderzijds omdat de maatregelen zonder veel bombarie werden ingevoerd. Je kunt je afvragen of elke ondernemer wel weet wat van hem of haar wordt verwacht.
Want wie maakt zich druk om de Informatieplicht Energiebesparing? ,,Wij hebben een hele campagne om ondernemers te informeren’’, zegt Björn de Vries van VNO-NCW MKB Noord. ,,We deelden deze week nog brochures uit tijdens de Promotiedagen in Drenthe.’’ De Vries zegt dat er niet veel vragen en klachten binnenkomen over de Informatieplicht. Het voelt een beetje alsof ondernemers liever geen slapende honden wakker maken.
De Rijksdienst voor ondernemend Nederland (RVO) heeft op een rij gezet hoe het ervoor staat met het naleven van de nieuwe meldplicht. Welnu, er is nog een aardige weg te gaan. In Friesland en Groningen deed zo’n 14 procent van de ondernemingen een juiste melding, Drenthe hangt tegen de 12 procent.
Bedrijven die jaarlijks meer dan 25.000 kubieke meter aardgas of 50.000 kWh stroom gebruiken, waren al verplicht energiebesparende maatregelen te treffen. Sinds juni moeten zij tonen welke maatregelen ze namen, de Informatieplicht. Dat is in wezen niet meer dan een aanscherping van de eerdere plicht, en ergens ook wel een uiting van een gebrek aan vertrouwen dat ondernemers zich daaraan houden.
,,Volgens mij heb je twee stromen’’, zegt Michel Jansen, eigenaar van Kleinstesoepfabriek in Leek. ,,De eerste is die van ondernemers die zelf al de behoefte voelen om met duurzaamheid bezig te zijn. Voor hen betekent deze nieuwe wetgeving niets meer dan een nieuwe papierwinkel. Voor de tweede stroom, die van ondernemers die meer gedreven worden door de financiële kant, betekent het meer. Zij worden gedwongen keuzes te maken die ze anders misschien niet of later hadden gemaakt. En ze komen er per ongeluk achter dat ze door de maatregelen flink besparen op hun energierekening. Wat dat betreft is de nieuwe regelgeving goed.’’
Lees ook:
Kleinste Soepfabriek gaat zelfstandig verder
Jansen zit in de eerste stroom. En dat is als het aankomt op de naleving van de wet geen voordeel. ,,We waren al het braafste jongetje van de klas. Duurzaamheid en energiebesparing streef ik altijd al na. Het lullige is dat de nulmeting gewoon vorig jaar was. Ik moet elk jaar iets besparen, maar dat is voor mij natuurlijk lastiger dan voor een bedrijf dat nog weinig aan duurzaamheid deed.’’
Op het dak van de soepfabriek liggen bijvoorbeeld 658 zonnepanelen. Aan de autoclaaf (voor het steriliseren van de producten) hangt een warmtewisselaar. De isolatie van het gebouw is buitengewoon. ,,Ik heb wel eens naar die Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties gekeken. Volgens mij voldoen wij aan minimaal negen van de dertien.’’
Fantastisch natuurlijk, maar met de nieuwe wetgeving ook lastig. ,,Enerzijds wil ik zo snel mogelijk zo duurzaam mogelijk zijn. Anderzijds wil ik me natuurlijk ook aan de wet houden. En die schrijft me voor dat ik elk jaar een beetje moet besparen op de energie. In dat licht is het niet slim om te grote investeringen te doen, want dan wordt het een jaar later heel lastig om nog meer te besparen. Ik zou wel sprongen willen maken, maar eigenlijk beter stapjes doen volgens deze denkwijze. Dat is natuurlijk niet de bedoeling als je als land zo snel mogelijk zo duurzaam mogelijk wilt zijn.’’
De vraag is wel: wie gaat er handhaven? De handhaving is gedelegeerd aan lagere overheden. Hoe streng er op wordt toegezien, hangt dus af van de overheidsinstelling waarmee de ondernemer van doen heeft. De handhaving is in ieder geval een stuk eenvoudiger gemaakt door de Informatieplicht.
Elke ondernemer die veel stroom of gas gebruikt, moet in een elektronisch loket bij de RVO aangeven wat het bedrijf doet om het verbruik te verminderen. Geen aangifte betekent in gebreke blijven. Een aangifte waaruit blijkt dat te weinig aan energiebesparing wordt gedaan, is ook niet goed.
,,Het is een enorm gedoe eerlijk gezegd’’, vertelt Jansen. ,,Om te beginnen moet je een bureau inhuren dat een energiescan doet om zo een nulmeting te kunnen doen en advies te kunnen krijgen waar besparingen te behalen zijn. Dat betaal je dus uit eigen zak. Als je nou nog veel winst kunt behalen, dan is dat een prima investering natuurlijk. In het geval van bedrijven die er zelf al druk mee waren, zoals wij, is dat anders. Hoewel ik moet bekennen dat ik veel kennis heb opgedaan over de wereld van scans, rapportages en wetgeving. Dat is ook wat waard.’’
Michel Jansen snapt dat er iets moet gebeuren om de industrie mee te krijgen op de weg naar duurzaamheid, en ook dat deze maatregel beter is dan niets doen. ,,Toch zou het eigenlijk anders moeten. We hebben er veel meer aan als de overheid samen met pioniers uit het bedrijfsleven gaat investeren in échte verandering. Nu plukken we het laaghangend fruit, maar er is meer nodig, een radicaal andere kijk op de manier waarop onze energiesystemen werken. Daar haal je pas echt winst.’’
Een voorbeeld? Kleinstesoepfabriek maakt gebruik van stoom om potten soep te steriliseren. Die stoom wordt nu gemaakt door een machine van meer dan een halve eeuw houdt die draait op diesel. ,,Bio, 100 procent CO2-gecompenseerd, zwavelvrij enzovoort, maar toch. Ik heb liever dat mijn zonnepanelen de stoom opwekken, maar dat is zo kostbaar, dat ik er niet aan kan beginnen. Het is zo duur omdat uitgegaan wordt van de oude leidingen, die aangepast moeten worden.
,,Wat ik bedoel met een radicale verandering is dat je daar eigenlijk vanaf nul naar zou moeten kijken. Vergeet wat er is, vergeet het aanbrengen van meer knopen en aanpassingen op het bestaande. Ik moet denken aan Elon Musk. Hij snapt dit. Tesla maakt zijn eigen software en loopt daardoor ver voor. In de elektrische auto’s van oude fabrikanten komen veel storingen voor, omdat alles aan elkaar geknoopt is, uitgaande van hoe het ooit was.’’