Even je collega appen, met je smartphone je koffie betalen en ´s avonds via internet een pizza bestellen. De digitale wereld is niet meer weg te denken uit ons leven. Startup Basicly uit Groningen wil leerlingen in het onderwijs beter voorbereiden op die digitale wereld. Wij spraken oprichter Vincent Veenbrink over lesprogramma’s, digitale geletterdheid en internet-nitwit Baisy.

De pop Baisy uit de video die Vincent Veenbrink laat zien heeft wel wat weg van een Sesamstraat-muppet. Veenbrink: ,,Dat is mijn collega Ian, die zit erachter in een kast.” Baisy heeft zin in snoep. ,,Zo’n lekker botje, kun jij dat voor me regelen, Jip?” Jip, overigens een gewoon mens, zit naast hem en zegt: ,,Ja hoor, dat bestel ik op internet!” ,,Internet?” Beessie kijkt verbaasd, waarna Jip hem uitlegt wat internet precies is.

Technologie

De video is een klein onderdeel van de lesprogramma’s van Basicly. Het lijkt basiskennis, uitleg over wat het internet is, maar de video van het bedrijf is dan ook bedoeld voor de basis: groep 1 en 2 van de basisschool. Nog voordat de leerlingen leren lezen en schrijven, leren ze over ,,heel veel computers die met elkaar verbonden zijn, het internet.”

Lees ook:

Biblionet werkt aan digitaal vaardig Drenthe

En dat is nodig, vindt Veenbrink. ,,De rol van technologie in ons dagelijkse leven is exponentieel toegenomen. In welke sector je tegenwoordig ook werkt: je hebt met technologie te maken. En dat is waar je op jonge leeftijd op voorbereid moet worden. ICT is niet langer slechts een studierichting, het is iets waar je altijd mee in aanraking komt.”

De lesprogramma’s van Basicly bestaan uit vier hoofdonderdelen. De eerste bestaat uit ICT-vaardigheden, waarin leerlingen wordt geleerd hoe een computer werkt, leren werken met programma’s als Word en Excel en leren schrijven in code. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan informatievaardigheden: het zoeken, verwerken en beoordelen van online informatie. Ook mediawijsheid (hoe ga je om met media? Wat mag je delen online?) en computational thinking (hoe je een computer kunt gebruiken om een probleem op te lossen) komen aan bod.

ITurnIT

Veenbrink begon in 2014 samen met Robert Adema ITurnIT, de voorloper van Basicly. Veenbrink studeerde Vastgoed & Makelaardij aan de Hanzehogeschool, Adema studeerde Rechten. ,,We ontmoetten elkaar bij het Honours College van de Hanze,” vertelt Veenbrink. ,,Het bedrijf was eigenlijk een uit de hand gelopen schoolproject, geïnitieerd door Samenwerking Noord: toen nog een club van ongeveer 35 publieke en semipublieke organisaties.”

De club van organisaties was verenigd in een zoektocht naar meer goed opgeleide ICT’ers, waar toen een tekort aan was. Veenbrink: ,,Ze vroegen ons hoe we in Noord-Nederland de vijver met digitaal vaardige jonge mensen konden vergroten. Of we daar als Honours College-studenten even over konden nadenken.” Maar een paar pizzasessies later kwamen ze erachter dat het maatschappelijk vraagstuk groter was dan een schoolprojectje. ,,We schreven een visie over hoe wij de toekomstige arbeidsmarkt voor ons zagen. Daaruit is ITurnIT geboren: een soort vehikel om jonge mensen met technologie in aanraking te laten komen.”

Aanvankelijk organiseerden ze evenementen, ook om het imago van ICT wat op te krikken. ,,ICT ging in die tijd nog over nerdy guys tussen serverkasten. Over bleke gezichten op zolderkamertjes. Maar dat is niet meer van deze tijd.” In 2016 kwam de term digitale geletterdheid, en de vraag hoe het onderwijs daarmee dient om te gaan. ,,Toen zijn we gestopt met evenementen en zijn we gaan focussen op hoe we dit een plek in het onderwijs kunnen geven.”

Basicly maakt het zo gemakkelijk mogelijk

Maar ja, die leraren, die hebben het al druk genoeg, toch? En ja, dat is wel vaak de reactie die ze krijgen, geeft Veenbrink toe. ,,Er zijn al veel discussies in het onderwijs, nu vooral over werkdruk. En dan kom je ook nog eens met dat verhaal over digitale geletterdheid aan.”

Daarom probeert Basicly het zo gemakkelijk mogelijk te maken. Door samen te werken met leerkrachten, te vragen wat zij willen. Daaruit blijkt dat leerkrachten het vooral zelf willen rooien. In het begin stond de collega van Veenbrink zelf een paar keer per jaar in de klas, nu is Basicly door leerkrachten zelf gemakkelijk te gebruiken. En alle SLO-aanbodsdoelen (leerdoelen voor het basisonderwijs) zitten in Basicly ingebouwd, zodat de docent daar geen extra werk aan heeft. Daarnaast maakt Basicly ook de leerkracht digitaal vaardiger, met bepaalde professionaliseringsdoelen.

De reacties zijn positief, de scholen willen ermee aan de slag. En ze moeten ook wel, in een wereld vol phishing, scam en neppe bitcoinadvertenties. Scholen worstelen zelf ook met de nieuwe technologie, vertelt Veenbrink. ,,Neem bijvoorbeeld groepsapps. Scholen weten niet wat ze daarmee aan moeten. Meneer Jansen van Aardrijkskunde wil bijvoorbeeld wel in een groepsapp met leerlingen, en reageren op vragen op een zaterdag. Maar mevrouw Pietersen van Wiskunde wil dat bijvoorbeeld helemaal niet. En welke interacties zijn dan gepast?”

Basicly wil groeien

De ambities van Basicly zijn groot. Niet alleen Noord-Nederland, maar de hele Nederlandse markt moet worden veroverd. De recente samenwerking met Heutink, een grote verkoper van lesmateriaal voor het basisonderwijs, is een goede stap. Maar daarna, naar het buitenland? ,,Dat zal de tijd leren,” zegt Veenbrink. ,,Het is de vraag hoe we dat gaan organiseren. Waar beginnen we dan, gaan we naar Duitsland of naar Afrika?”

Baisy onderzoekt ondertussen samen met leerlingen van groep 3 hoe warm het momenteel is in Spanje. ,,Want ik wil nog wel even op vakantie. Maar ik heb al wel tien boeken gelezen, en heb nog steeds geen antwoord. Dus vraag ik Jip om hulp.” Maar Jip is weinig behulpzaam: ,,Nou, we kunnen het echt niet vinden in die boeken, Baisy. Dus je gaat maar gewoon zo heen. Of is er misschien een goede zoekmachine waarmee we dit kunnen vinden?”