Hoe Maakt U Het (HMUH):
Ondernemingen blijven soms onder de radar van het grote publiek. Deze rubriek toont bedrijven waar Noorderlingen mooie, opmerkelijke of onverwachte dingen maken.
Af en toe stap je van die bedrijven binnen die elementen van musea in zich herbergen. Antieke gereedschappen, ouderwetse geuren, ambachtelijk vakwerk. Bij zadel- en tuigmakerij Van den Bosch krijg je zo’n ervaring. In de werkplaats in Nijeholtpade werkt welhaast een heel gezin samen aan producten van leer en fournituren voor rijpaarden en harddravers. Ze hebben een kunst onder de knie die niet veel mensen meer kennen.
Harrie van den Bosch (68) werkt gewoon nog met de hand. Met naald en draad, niet veel anders dan hoe heel lang geleden al leer bewerkt werd. ,,Ik heb zelfs nog geleerd hoe je zelf draad maakt van vlas, met pek en bijenwas. Dat hoeft niet meer, maar veel van het ambacht zoals ik dat ooit onderwezen kreeg, gebruik ik nog dagelijks.’’
Dat is te zien aan de lange rij messen, raspen, gutsen, stansen en andere hulpmiddelen om leer te bewerken. Die van Harrie van den Bosch zijn allemaal voorzien van een blauwgeverfd handvat. Schoonzoon Sander doet het met gele gereedschappen, de kleur van die van dochter Josephine is rood. Dit is een familiebedrijf in de ware zin van het woord. Harrie’s vrouw Maartje springt zo veel mogelijk bij.
Wat de familie doet, is de paardensport in Noord-Nederland een dienst bewijzen. Van den Bosch: ,,Van oorsprong ben ik gespecialiseerd in harddravers, tegenwoordig doen we meer werk in de vaker voorkomende rijsport. Bij harddravers gaat het vooral om de juiste tuigen, voor de rijsport maken we zadels en tuigen op maat.’’
Dat maken kán van A tot Z in de werkplaats in de oude boerderij, maar heel veel gebeurt het niet meer. ,,Zadels en tuigen kun je voor minder geld uit het verre buitenland halen. Ik ben met een schoftstuk zo vier dagen bezig. Dan wordt het gewoon erg duur. Wat wij doen, is het personaliseren. We vermaken zo’n zadel of tuig helemaal naar de wens van het paard en de ruiter. Onze klanten komen hierheen met hun paard, zodat we exact kunnen passen en meten. En wij rijden zelf ook door het Noorden, met onze zadelpasbus naar onze klanten toe.’’
Bijzondere paarden, minder voorkomende afmetingen, heel specifieke wensen. Dat zijn nog wel eens aanleidingen om zo’n leren kunststuk van begin tot eind te maken. Daar komt nogal wat bij kijken. Het begint bij het snijden van een goed gemeten vorm uit een gelooide koeienhuid. Met gebruikmaking van soms behoorlijk oude, vlijmscherpe hulpstukken. Daarna komt het zwaardere handwerk. Het aan elkaar naaien van de onderdelen kan namelijk niet altijd met de naaimachine. Dus is de ambachtsfamilie aangewezen op naald en draad om gespen te bevestigen, kleine reepjes leer over elkaar heen te vlechten en meer.
Niet dat van den Bosch en de zijnen zich helemaal niet bedienen van machines. Een stansmachine voor het seriewerk, en een bedrukapparaat voor paardendekens staan bijvoorbeeld ook in de werkplaats. Toch zijn de klussen zonder het betere handwerk niet te doen.
,,Mijn man is groot en sterk, maar zelfs hij had na de eerste paar weken gewoon spierpijn’’, lacht Josephine. Samen nemen zij de zadel- en tuigmakerij binnenkort over. Dat is een pak van vader Harrie’s hart. ,,Dat het zou gebeuren hoopte ik vooral. Dit is een ambacht dat zonder opvolging langzaam maar zeker verloren gaat.’’
Dat is niet iets waarbij Van den Bosch stil stond, toen hij in 1976 vanuit Brabant neerstreek op het Friese land. Een logische stap, vindt hij. ,,Tot die tijd werkte ik vooral als stalknecht in de harddraverij. Ik zocht op zeker moment een tuigmaker voor mijn paarden, maar die waren er gewoon niet. Dus besloot ik zelf te beginnen. Ik leerde het vak in Gelsenkirchen, bij een specialist. Na een paar maanden keerde ik terug op het trainingscomplex waar ik een paardenbox ombouwde tot werkplaats.’’
Dat liep steeds beter, maar Van den Bosch realiseerde zich meer en meer dat hij te ver van zijn doelgroep zat. ,,De harddraverij is hier, in Friesland, Drenthe en Groningen. Dus besloten we hierheen te komen.’’ De liefde voor de sport is nooit verdwenen. Wekelijks is hij of Josephine nog wel te vinden bij een drafwedstrijd. ,,We hebben een soort omgebouwde SRV-wagen. Van daaruit verkopen we nieuwe producten. Tijdens wedstrijden leveren pikeurs de spullen in die ze vermaakt of hersteld willen hebben, een week later krijgen ze het bij de volgende koers weer terug.’’
De vorige HMUH gemist?
HMUH: Mollebonen, ambtsketens en trouwringen uit het bevingsgebied