Bezorgwerk in (historische) binnensteden is een uitdaging. Het biedt ook kansen voor ondernemers, zoals Jantine Doornbos. Met Dropper bouwt ze een ‘logistieke Marktplaats’ in Groningen.
Een pak melk vergeten in de supermarkt? Na een lange werkdag geen zin om nog te zwoegen in de keuken? Een pakketjes dat uren of zelfs dagen later bezorgd wordt? Al die vervuilende bestelbusjes, koeriers en bezorgscooters in de binnenstad? Het zijn vast bekende frustraties.
Door het allerlaatste stukje van de transportketen – de last mile delivery – efficiënter te maken, ontlast je veel mensen en maak je ze een stuk gelukkiger. En veel gelukkige mensen maken een gelukkigere stad. Dat is in grote lijnen de mantra van Jantine Doornbos, founder van de Groningse startups FoodDrop en Dropper.
Haar avontuur begon met FoodDrop, drie jaar geleden. Gezond en lekker eten te bestellen bij restaurants in de stad. Doornbos: ,,Aan de ene kant had ik zelf die behoefte, maar het idee speelde ook dat het gestoord is dat iedereen zijn eigen bezorgdienst heeft. Als je op het terras zit en je kijkt naar de straat, dan zie je al die verschillende scooters voorbijkomen. Ik dacht: dat kan toch veel beter samen?”
Het systeem was in de basis heel simpel: de bestelling werd geplaatst, doorgegeven aan het restaurant, opgehaald en weggebracht. ,,We brachten dus op de fiets met een doosje de maaltijden rond. Hoewel het systeem nog lang niet optimaal was, sloeg het idee wel aan. Vanaf het eerste moment hebben we bestellingen gehad. Het was alleen maar groeien, groeien, groeien”, vertelt Doornbos. Horecaondernemers in Groningen waren enthousiast. Er kwamen investeerders. Het bedrijf ontwikkelde haar algoritme waarmee het de bezorging van de maaltijden optimaliseerde.
De kracht zit dus in het onderliggende systeem. Doornbos: ,,Op een gegeven moment stonden we voor de keuze: welke kant willen we op? Waarin willen we investeren? We konden met FoodDrop naar andere steden toe, maar daar lag de grote uitdaging: hoe zorg je voor een netwerk van bezorgers? Dat is eigenlijk de grootste beperking voor het uitrollen van FoodDrop.” Het algoritme bleek de oplossing voor dat probleem.
Door te investeren in die techniek en die breder in te zetten, bouwt Doornbos een crowdsourcing platform – een marktplaats – voor stadslogistiek: Dropper. Een slim algoritme dat de logistieke stromen in een stad in kaart brengt, levert een flinke kostenbesparing op, stelt de Groningse. Dat maakt het voor ondernemers interessant om te gebruiken.
De laatste paar kilometers van de keten eisen nu namelijk bijna de helft van de van de totale transportkosten van een product op, weet ze. Die bezorging kan volgens Doornbos meer gestroomlijnd en efficiënter. Binnen de Groningse grachten rijden bezorgbusjes en koeriers van verschillende bedrijven dwars door elkaar langs dezelfde adressen. Een schoenenwinkeldie een paar schoenen verstuurt naar een klant in dezelfde stad, ziet het pakketje eerst naar Kolham gaan, voordat het de volgende dag, niet ver van de winkel, bezorgd wordt.
Doornbos lanceerde in januari de pilot. ,,Via Dropper kan een afzender gemakkelijk een koerier kan vinden. Die afzender en koerier kunnen iedereen zijn, dus ook jij of ik”, legt ze uit. In plaats van een nieuwe logistieke stroom toe te voegen aan de massa, wordt de bestaande infrastructuur gebundeld en gestroomlijnd.
Een vereiste voor het systeem is wel dat er veel partijen aan meedoen. Pas dan is er echt sprake van kostenbesparing. ,,Naast het Dropper-netwerk bieden we daarom ons bezorgalgoritme aan in de vorm van SaaS (Software as a Service) aan bestaande logistieke partijen, om zo de logistieke stromen te optimaliseren. Zo kan een bezorgrestaurant of koeriersdienst ook gebruikmaken van onze technologie om efficiënter te bezorgen. Beter voor de leefbaarheid van een binnenstad, en de snelheid en kostenoptimalisatie van een bezorging”, aldus Doornbos.
De kostenbesparing zit voornamelijk in resource pooling. Wanneer koeriers gebruik maken van de Droppersoftware, worden ze automatisch opgenomen in het netwerk. Hierdoor kunnen ze ook gekoppeld worden aan andere afzenders in een binnenstad. Een pizzakoerier kan bijvoorbeeld bloemen voor een bloemist bezorgen. En krijgt daarvoor betaald.
,,Door dit model maken we optimaal gebruik van de al bestaande mensen en middelen in een stad. Zo hoeft niet iedere ondernemer een eigen bezorgservice op te zetten en te onderhouden, kan de ondernemer veel sneller bij de consument te zijn en haalt de ondernemer die al wel eigen koeriers heeft meer uit zijn bestaande logistieke operatie.”
Voor de kleine lokale winkelier is het lastig concurreren met de steeds groter groeiende assortimenten van landelijke e-commerce websites als CoolBlue en Bol.com. Daar komen innovaties als same day delivery bij. Maar dat is voor kleine MKB’ers lastig te implementeren. ,,Dropper geeft lokale retailers nieuwe kansen om ook in no-time bij consumenten in dezelfde stad te bezorgen. Hiermee kunnen ondernemers op snelheid en service weer concurreren met de grote landelijke spelers.”
De software en het netwerk zijn schaalbaar. Waar het bezorgnetwerk van een stad nu nog een grote beperking vormt voor het uitbreiden van Doornbos’ FoodDrop, zal dat probleem verdwijnen als de logistieke marktplaats op meer plekken in gebruik wordt genomen. ,,Als je de koeriers binnen een stad goed in kaart kan brengen – en dat kan met Dropper – kun je daar ieder bedrijfsidee op lanceren. FoodDrop zal een klant zijn van Dropper.’’ En daarmee het bestaansrecht van de startup waar het in eerste instantie mee begon vergroten.
De mogelijkheden komen snel dichterbij, hoewel dat niet zonder slag of stoot ging, vertelt de jonge ondernemer. ,,Mijn afgelopen half jaar stond alleen maar in het teken van businessplannen schrijven en Dragon’s Den-achtige pitches geven. Op een gegeven moment heb je zo veel mensen in dienst en die moeten allemaal op hun plek komen en een salaris krijgen. Dan wordt het heel serieus.’’ Stoppen was eigenlijk geen optie meer, aldus Doornbos. ,,Dat wil je ook niet, gezien de kansen. Je wordt echt ondernemer. Ineens gaat het veel verder dan alleen productontwikkeling.’’
Een nieuw leerproces dus. ,,Met alleen een sexy website kom je er niet meer. Een goed team en gezonde organisatie opbouwen zijn mijn uitdagingen. Dat gaat veel verder dan een simpel BMC’tje (Business Model Canvas, red.), waar veel startups mee beginnen. Een bank of investeerder heeft toch net iets meer nodig dan een winst-en-verliesrekening achter op de welbekende sigarendoos.”
Doornbos wil nog steeds graag bezig zijn met het ontwikkelen van producten, maar als founder is het tegenwoordig vooral veel praten. ,,Het belangrijkste is dat je de visie die je hebt over weet te brengen aan de mensen om je heen en aan potentiële investeerders. Hoe ingewikkeld en complex en goed een product ook is, het moet voor iedereen overzichtelijk en behapbaar blijven. Dat is misschien nog wel de grootste uitdaging.”
Fotografie: Pepijn van den Broeke
Dit artikel verscheen op woensdag 7 februari 2019 in ons magazine NoordZ. Magazine nabestellen?