Verbondenheid op de werkvloer zorgt ervoor dat creatieve ideeën met meer succes worden omgezet in innovaties. Het is een conclusie van de Noord-Nederlandse Innovatiemonitor, een meerjarig onderzoek van Dries Faems, hoogleraar innovatie en organisatie aan de RUG.
De verbondenheid, een sociaal element per slot van rekening, klinkt door tijdens de Innovatiewerkplaats Noord-Nederland die gisteren in Assen plaatsvond. De dag werd georganiseerd door het Samenwerkingsverband Noord-Nederland. Meer dan zevenhonderd ondernemers en vertegenwoordigers van overheid en onderwijs kwamen er op af.
Verbondenheid en samenwerking tussen werknemers helpen bij het innoveren. Faems: ,,Voor radicale grensverleggende ideeën is een sterk gevoel van verbondenheid op de werkvloer van groot belang.’’ Kleine verbeteringen vragen volgens Faems eerder een gedisciplineerde structuur. Het was daarom geen toeval dat in het ochtendprogramma van de Innovatiewerkplaats ruimte was gemaakt voor bijvoorbeeld de bevlogen pleidooien van Kees Klomp voor de betekeniseconomie. Daarbij gaat het om de maatschappelijke impact die een bedrijf wil maken.
Klomp wees nog weer eens op de klimaatellende, op kinderarbeid, op obesitas, op massaconsumptie en op nog zo veel meer: ,,We regisseren onze ondergang door te kiezen voor de markt als leidend middel. We wentelen het allemaal af op moeder aarde. Maar om te leven en voor ons geluk hebben we die aarde heel hard nodig.’’
Geen winst maar maatschappelijke impact hoort centraal te staan, betoogt Klomp. Met andere woorden: meer sociale elementen, meer verbondenheid, meer verantwoordelijkheid voor milieu en medemens. Klomp heeft er de term ‘commonisme’ voor bedacht: markt en burgers doen het samen, in plaats van zelfredzaamheid: ‘samenredzaamheid’. Bloei in plaats van groei.
Om zijn betoog te ondersteunen toont Klomp sites en commercials van grote concerns, die het stuk voor stuk hebben over ambities die aansluiten bij de betekeniseconomie. Het is volgens hem al zo ver dat in een experiment de menselijke waarden van een bedrijf in een optelsom worden ondergebracht. ,,Als dat een plus is, worden ze opgeteld bij de financiële balans’’, stelt hij. ,,In de toekomst zal dit normaal worden.’’
Anna van Nunen van Innofest vertelde de volle zaal nog eens over de kansen van festivals als testlaboratorium. ,,Een festival is in feite een tijdelijke stad vol eindgebruikers die je kunt inzetten voor testen’’, weet ze. ,,Je kunt er snel testen en je krijgt ook nog eens snel feedback.’’ Voor innovatieve bedrijven is dat om van te smullen, want die kunnen hun producten en diensten goedkoop en snel aan consumenten voorleggen.
Er was ook nog een innovatiedebat in de vorm van een ‘lagerhuisdebat’, een voormalig tv-programma. Het gaat daarbij om de interactie tussen ondernemers, overheid en onderwijs. Eens te meer blijken de noden van het kleinere midden- en kleinbedrijf. Daar is een schrijnend tekort aan technici op het niveau van mbo 2 en 3.
Het mkb communiceert dat slecht, net zoals het mkb al jarenlang de eigen charme niet over het voetlicht brengt, waardoor Noord-Nederland tal van geheime schatten kent. Die beroerde communicatie is een al jaren terugkerend thema dat maar niet opgelost wordt. En dat is eigenlijk best wel merkwaardig voor een regio die innovatief door het leven wil.
Bron: Dagblad van het Noorden